Temperatuurregeling wordt gebruikt in verschillende toepassingen, bijvoorbeeld in chemische processen, maar ook voor de opslag van temperatuurgevoelige vulstoffen.

Koeltorens die werken met een specifiek temperatuurinterval zijn een ander belangrijk toepassingsgebied. De taak van temperatuurregeling is om de temperatuur constant te houden op een specifiek instelpunt. Er zijn verschillende methoden om temperatuur te meten, waarvan weerstandsmeting de bekendste is.

  1. Temperatuurmeting
  2. Weerstandsmeting
  3. Andere temperatuursensoren


Temperatuurmeting

Temperatuurmeting is de basis voor nauwkeurige temperatuurregeling. In de technische omgeving wordt dit altijd elektrisch of elektronisch uitgevoerd.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen warmtesensoren die zelf een elektrisch signaal genereren en sensoren die indirect een waarde geven. Deze laatste vormen de grote groep weerstandstemperatuursensoren.

 

Weerstandsmeting

De meest gebruikelijke methode om de temperatuur te bepalen is het meten van temperatuurafhankelijke weerstanden.

NTC-thermistors verlagen hun weerstand wanneer de temperatuur stijgt.

PTC-thermistors verhogen hun weerstand wanneer de temperatuur stijgt. De zogenaamde platina meetweerstanden (bijv. PT100 of PT1000, het getal geeft de nominale weerstand bij 0 °C aan) worden vaak gebruikt voor PTC-temperatuurvoelers. Deze hebben het voordeel van een bijna lineaire weerstandscurve en zijn ook zeer temperatuurbestendig.

Er zijn ook meetweerstanden van silicium en keramiek.

Andere temperatuursensoren

Bij de weerstandsafhankelijke temperatuursensoren moet een externe spanning worden toegepast om een waarde te bepalen. Er zijn ook sensoren voor temperatuurregeling die zelf een meetbaar signaal geven. Dit zijn meestal halfgeleidersensoren die een stroom leveren onder invloed van warmte of waarover een spanning valt.

De solid-state schakelingen moeten in deze context ook worden genoemd.